Hoe begeleid je Young Talents in je organisatie?
Gesprek met Sander van der Kloet, Young Talent Manager bij Alliander Als je bedenkt wat er allemaal op jongeren afkomt wanneer ze na hun afstuderen gaan werken... Tijdens het studeren lopen de meeste dingen lekker maar in hun eerste baan krijgen ze te maken met weerstand, tijdsdruk, complexheid in samenwerking, beschikbaar budget, organisatiecultuur en heel veel meer. Dat is flink schakelen. En tegelijkertijd zijn jongeren ook heel ‘open minded’ en geven veel nieuwe en frisse impulsen aan je organisatie. Hoe ga je als bedrijf met dit alles om? Lees dit artikel over de ervaringen en adviezen van Sander van der Kloet, Young Talent Manager bij Alliander. “Aannames over hoe ‘werk’ zou moeten zijn, staat talentontplooiing vaak in de weg”
“Wat ik leuk vind aan jonge mensen is het ‘jonge hond gedrag’; niet te veel denken en gewoon doen. Ze staan open voor nieuwe dingen, hebben veel ambitie en brengen veel nieuwe ideeën in. Daarnaast kunnen ze ongelofelijk veel informatie verwerken en heel goed hoofdzaken van bijzaken onderscheiden.” Aan het woord is Sander van der Kloet, Young Talent Manager bij Alliander. Wij vroegen hem wat opvallend is aan de jongere generatie en hoe je het beste met ze om kunt gaan zodat ze van meerwaarde kunnen zijn voor de organisatie. Hij geeft je verschillende tips.
De wereld verbeteren maar, wel snel…
“Wat mij echt opvalt is dat ze impact willen maken op de wereld. Waar mijn generatie gericht was op ‘een goede boterham verdienen’, is hun motivatie om iets te verbeteren aan de wereld. Dat vind ik aansprekend aan ze. Ze zijn opgegroeid in een wereld waar alles al is. Er waren geen tekorten. Een keerzijde daarvan is dat in de wereld alles maakbaar lijkt: je kunt alles, als je maar wilt. Maar ik zie dat ze daar tegen grenzen aanlopen die hen veel stress oplevert. Op facebook heeft iedereen het fantastisch voor elkaar, maar dat is alleen maar de buitenkant. Om ergens te komen moet je naast er moeite voor doen vooral ook geduld hebben. Dat snappen ze niet altijd, en dan valt het tegen als het niet snel genoeg komt.”
Zelfmanagement: grenzen ontdekken en aangeven
“Daarom besteden wij veel aandacht aan zelfmanagement. We begeleiden hen om hun grenzen te leren kennen en daarna deze grenzen ook aan te geven. Dus dat ze zeggen waarom ze iets wel of niet willen of kunnen doen. Wat die grenzen zijn heeft te maken met persoonlijk leiderschap: wat kan ik wel en niet, wat wil ik, wat vind ik belangrijk, en wat laat ik even liggen? En dat natuurlijk af te stemmen met de mensen met wie ze samenwerken. Het is een ontdekkingsreis.
Wanneer je bijvoorbeeld een talent hebt maar je doet er te weinig mee, is de volgende stap om je belemmerende overtuigingen te onderzoeken. Dat zou het idee kunnen zijn dat je alles zelf moet kunnen, en daardoor niet om hulp vraagt. Ik zie dat veel van onze jonge mensen de aanname hebben dat ze zelfstandig moeten zijn, maar zelfstandig zijn betekend niet perse dat je het allemaal alleen hoeft te doen. Wanneer je ze helpt met het vragen van hulp op de juiste momenten, kun je weer makkelijk verder met het ontplooien en toepassen van dat talent.
Feit is dat veel jonge talenten zichzelf voorbij hollen. Vaak heerst er het idee dat je het voor je 30e wel allemaal gedaan moet hebben, en vergelijken zij zichzelf met personen die boven hen staan, en proberen dat, regelmatig zonder succes, te evenaren. Onderdeel van de persoonlijke ontwikkeling is dan ook om te leren aanvoelen wat de signalen van het lichaam zijn en daarnaar te handelen. En om hulp te vragen als je vastloopt met iets. Of om jezelf toe te staan eens ‘nee’ te zeggen.”
Nieuw elan versus de heersende cultuur
Vooral de frisse blik en de enorme drive om nieuwe dingen te ontwikkelen zijn volgens Sander een kans voor de organisatie. “Zij kijken open en enthousiast naar de bestaande dingen en brengen nieuw elan en nieuwe technieken. In onze organisatie zijn ze een onmisbare speler in innovatief denken; ze duwen harder dan de gemiddelde werknemer om hun idee door te voeren en laten hun idealisme niet snel los. Dat is een zeer welkome bijdrage. Maar de realiteit is ook weerbarstig. Want regelmatig gebeurt het dat er geen budget voor komt, dat het te langzaam gaat of dat zij zich laten ondersneeuwen door de heersende cultuur. Uiteindelijk wil ik dat er ook een cultuurverandering komt in de hele organisatie door de jonge medewerkers.”
Hun ‘manier van doen’ aanmoedigen!
Sander adviseert om jongeren vooral veel de ruimte te geven. “Zeg tegen ze: ‘Je moet niet zomaar alles doen wat andere mensen in de organisatie zeggen. Stel eens vragen! Wees kritisch. Ik zie dat jonge medewerkers tijdens een traineeship snel groeien. Ze vallen dan tijdelijk onder een manager en krijgen in hun project veel ruimte voor hun eigen manier van doen.”
Geef ze vrijheid en autonomie binnen een duidelijk kader
Het werkt goed om ze een kader te geven. “Het kader is niet ‘dit moet je dan en dan doen’ maar een opdracht vanuit een groter doel en een tijdspad wanneer het af moet zijn. Bijvoorbeeld: om klaar te zijn voor de duurzame wereld moet ons net sneller gaan werken. Zoek maar uit hoe dat zou kunnen in 3 maanden tijd. Binnen het kader krijgen ze dus veel vrijheid en autonomie.”
De mix oud + jong breder zien dan leeftijd
De jongeren voelen zich volgens Sander niet overal zo maar thuis in de organisatie. Op de plekken waar veel duurzaamheid en innovatie is kunnen ze veel leren. Daar zijn ze graag. Ik vind de mix van jong en oud wel erg goed werken. Ik beschouw dit vooral als een mix tussen karakters, intelligentie, competenties en motivaties die elkaar versterken. Er is niet één smaak van jongeren, de technische trainee is anders dan de management trainee en de een krijgt energie van samenwerken en de ander functioneert het beste als hij of zij het alleen mag uitpuzzelen.”
Manage de hoge verwachting dat werk alleen maar leuk zou moeten zijn
Een grote uitdaging is het managen van hun hoge verwachtingen. “Tijdens het studeren heb je niet te maken met organisatiecultuur, andere medewerkers, weerstand, etc. Je kunt je tijd meestal aardig zelf indelen. Als je dan na je studie de wereld liefst in rap tempo wilt veranderen, kom je van allerlei struikelblokken tegen. Maar het grootste struikelblok is de verwachting dat werken vooral ‘cool’, gaaf en vooral leuk moet zijn. Ik zeg dan dat je wel datgene moet doen wat bij je talent past, maar dat dingen voor elkaar krijgen ook vaak moeite kost en daarom niet alleen maar leuk is.”
Stressniveau monitoren en bijsturen
Dat het werk niet voldoet aan de verwachting levert veel stress op. Sander vergelijkt het met topsport. “Ik zeg hen wel eens dat sporters ook pas iets groots bereiken door oefenen, pijnlijden en doorzetten. Dus in plaats van dat werk leuk moet zijn, vind ik het beter om woorden te gebruiken zoals dat je met je werk een bijdrage levert, of impact maakt, of dat het zinvol is of passend bij je talent. Als je iets doet wat niet past bij je talent gaat het te veel energie kosten en ontstaat stress. Als je rondloopt met de aanname dat werk leuk moet zijn, maar je vindt het niet leuk, draagt dat ook bij aan het stressniveau. Ik zie ook veel jongeren die ontzettend hun best doen om de verwachtingen die ze denken dat anderen van hen hebben waar te maken. Ook dat levert ze veel stress op. Ze mogen leren dat het ook wel een tandje lager kan of dat ze er minimaal naar moeten vragen wat die verwachtingen eigenlijk zijn. Ik zeg hen dan eens te vragen wanneer ze het goed gedaan hebben. Welke oplossing er dan is.”
De balans tussen werk en privé opnieuw uitvinden
“Sommige jongeren zie je worstelen met dat niet alleen het werk maar alles in het leven leuk moet zijn. Zij willen hun sociale leven wat ze hadden als student in stand houden. Maar werken is ook vermoeiend. Ze geven dan niet toe dat ze moe zijn als ze ‘s avonds thuis komen en trekken toch met hun vrienden op. Ook dat leidt tot stress. De balans tussen werk en privé moet opnieuw uitgevonden worden.”