Nieuw verschenen "De Generatiecrisis"

Onlangs is boek “De Generatiecrisis” verschenen van Pieter van Dijk. Omdat wij vinden dat de inhoud erg goed is neergezet geven wij graag aandacht aan dit prachtboek.

 

Woord vooraf

Generaties staan in de belangstelling. Jammer genoeg meestal negatief. De jongste generatie haalt regelmatig het nieuws met wat haar ‘grenzeloze gedrag’ genoemd wordt. Over de generatie boven haar wordt de sombere sluier van het ‘dertigers dilemma’ gelegd. De generatie die nu met pensioen aan het gaan is, de babyboomgeneratie, wordt allerminst vrolijk uitgezwaaid. Haar vertrek uit de arbeidsmarkt wordt bezorgd geassocieerd met de dreigende tekorten aan menskracht, de problematische financiering van de AOW en een falende zorg voor oudere generaties. Want het zouden met name de jongere generaties zijn die voor deze financiering en deze zorg ‘op moeten draaien’. Ook de samenwerking op de werkvloer tussen de jongere en oudere generaties wordt beslist niet als harmonieus beschreven. De wijze waarop generaties bij voortduring in het nieuws zijn wekt de indruk dat generaties alleen maar een bron van irritatie en zelfs van sociale wrijving zijn. Is dat inderdaad het geval of is hier sprake van een negatieve beeldvorming die de positieve betekenis van generaties buiten beeld brengt?

 

Dat laatste is inderdaad het geval. Het onderlinge geharrewar wordt veroorzaakt doordat de rol en de betekenis van de opeenvolgende generaties niet onderkend worden. Generaties vervullen namelijk stuk voor stuk een belangrijke maatschappelijke functie die met zich meebrengt dat ze wel wrijving moéten veroorzaken – een effect dat versterkt wordt in een snel veranderende tijd als de onze. Generaties brengen de tijd(geest) tot leven en zijn er tegelijkertijd ook het antwoord op. Als dit niet herkend en erkend wordt, leidt dat tot wrijvingen in de samenleving die nu eenmaal per definitie uit een aantal generaties bestaat. Maar als dit tot het sociale bewustzijn doordringt, kunnen de onderlinge verschillen tussen de generaties juist een bron van informatie en inspiratie vormen om de ontwikkelingen van de tijd en de samenleving beter te begrijpen en ruimte te bieden. Dan kunnen generaties hun natuurlijke rol van generator van sociale evolutie en maatschappelijke samenhang vervullen. Dit boek wil bijdragen aan de ontwikkeling van dit bewustzijn.

 

In het eerste hoofdstuk wordt het ontstaansproces van generaties als uitdrukking van de tijd(geest) onder de loep genomen. Dat leidt tot een nieuw perspectief: een generatie als uitdrukking van de tijd(geest) is een bewustzijnsveld.

 

In het tweede hoofdstuk worden alle zes Nederlandse generaties uitgebreid beschreven. In die generatieverhalen wordt duidelijk, hoe de tijd(geest) iedere generatie op een andere manier vormt en wat daarvan de gevolgen zijn. Het zijn verhalen waarin ieder de collectieve dimensie van zijn eigen bestaan kan ontdekken. Aan deze verhalen hebben diverse mensen als ervaringsdeskundigen een bijdrage geleverd.

Het derde hoofdstuk beschrijft, hoe deze generatievisie leidt tot een andere manier van kijken naar leven en samenleven. Levensloopproblemen blijken samen te hangen met generatiebewustzijn en kunnen daarom ook langs die weg benaderd worden. In dit hoofdstuk blijkt ook, hoezeer de problematiek van de sociale cohesie verbonden is met de dynamiek tussen de generaties.

Deze eerste drie hoofdstukken zijn geschreven door Pieter van Dijk, die ook het initiatief genomen heeft tot het schrijven van dit boek. Deze hoofdstukken worden gevolgd door drie hoofdstukken die gaan over de ‘praktijk’. Generaties zijn geen abstracte en statistische grootheden maar levende sociale werkelijkheden die al twee decennia geleden door de politiek zijn ontdekt als belangrijke factoren in maatschappelijke processen.

 

Ger Tielen beschrijft in het vierde hoofdstuk, hoe het thema generaties geleidelijk aan steeds hoger op de nationale en internationale (EU en VN) politieke agenda is gekomen. Generaties worden op beleidsniveau inmiddels als zeer belangrijke factoren voor gewenste maatschappelijke ontwikkeling gezien. Politici maken zich zorgen over de balans van lasten en lusten, over het evenwicht tussen rechten en plichten en over het gevaar dat rekeningen naar volgende generaties worden doorgeschoven. Talloze intergenerationele of generatieve burgerinitiatieven en projecten uit heel Europa laten zien, dat de balans in evenwicht kan worden gebracht. De soms knetterende spanning tussen generaties zoekt een uitweg in creatieve ideeën, nieuwe concepten en verbeteringen die zoden aan de dijk zetten. We kunnen heel goed anticiperen op de veranderende leeftijdsopbouw van de bevolking. Maar dan moeten we wel een lange termijn visie paren aan een lange termijn financiering van duurzame sociale innovatie die mensen van alle leeftijden insluiten. En we moeten ook de concrete ervaringswerkelijkheid van generaties herkennen willen zij hun potentieel in kunnen zetten voor de samenleving.

 

Heleen Crul laat in het vijfde hoofdstuk op overtuigende wijze zien, dat een generatie echt een ervaringswerkelijkheid is. Ze beschrijft hoe de babyboomgeneratie als ‘protestgeneratie’ een grote cesuur in het levensgevoel veroorzaakte, met als gevolg dat haar leden de vormgeving en zingeving van hun eigen leven met vallen en opstaan moesten uitvinden. Een opdracht waarvoor zij zich nu – aangeland in de derde levensfase – weer opnieuw geplaatst zien. Er zijn voor hen geen aansprekende voorbeelden die als rolmodel kunnen dienen. Ouder worden is in deze tijd een individueel proces dat op eigen kracht via een veelheid aan eigen keuzes verloopt. De zoektocht naar een nieuwe en eigentijdse invulling van het grootouderschap maakt daar deel van uit.
Tenslotte beschrijft Pieter van Dijk in het zesde hoofdstuk het forum Generaties in Dialoog. Aan het schrijven van dit boek ging een langdurig ontwikkelingsproces vooraf. Daarin werd al snel duidelijk dat een gestructureerde dialoog tussen leden van verschillende generaties een geweldig instrument kan zijn om een nieuw type gesprek in de samenleving mogelijk te maken. Overal waar generaties samen wonen en/of werken kunnen in een dialoog de verschillen en potenties aan het licht komen en gewogen worden op bruikbaarheid. De generatiedialoog kan dienstig zijn aan een nieuwe natuurlijke samenhang tussen generaties. In 2008 is de stichting Rijp & Groen opgericht om de generatiedialoog als instrument te ontwikkelen en in te zetten voor community building en sociale bewustwording. In dit laatste hoofdstuk wordt het forum en de mogelijkheden ervan besproken.

Sinds de jaren zestig zijn veel mensen op het spoor gekomen van mogelijkheden tot individuele ontwikkeling en groei. Het aantal therapierichtingen, soorten trainingen en opleidingen is nagenoeg ontelbaar. En daarnaast zijn er nog de diverse yoga- en meditatiepraktijken. We zijn echter nog niet toegekomen aan wat zeker zo belangrijk is: sociale ontwikkeling en sociale bewustwording, de bewuste en gedeelde groei en ontwikkeling van het samenleven dus. Het lijkt erop dat generaties en generatiebewustzijn daarvoor een natuurlijke ingang vormen. We hopen dat dit boek daar een bijdrage aan mag leveren.