Screenagers en generatie X in dialoog bij NVO2
Hoe zou het zijn om een organisatie te werken zonder jongeren?”
Oudere: “Ik zou het heel saai vinden!”
Oudere: ” en hoe zou dat andersom zijn, een organisatie zonder oudere generaties?”
Jongere: “ik zou het geklaag best missen!”
Een vorbeeld van de gesprekken over en weer tussen de verschillende generaties. Een ‘generatieavond’ georganiseerd door Connect en NVO2. Al bij de kennismaking waarin we naar leeftijd in een cirkel gingen staan bleek dat we vooral 2 van de 4 generaties bij elkaar hadden, de screenagers (geboren tussen 1985-1990, ook wel generatie Y of einstein genoemd, vooral de connect leden) en generatie X (geboren tussen 1955 en 1970 ook wel de verloren generaties genoemd, mn de NVO2 leden).
Edna Walhain en Emiel Nijenhuis van Koffie en bubbels gaven achtergrondinformatie over de generaties. De generaties die hier minder vertegenwoordigd waren zijn de Babyboomer (geboren tussen 1940-55, ook wel de protestgeneratie) en de pragmatische generatie: geb 1970-1985. De kenmerken van een generatie hebben niets te maken met ‘oud’ of ‘jong’ of ‘traditioneel’ of ‘onrustig’ maar hebben alles te maken met de formatieve periode wanneer de mensen uit deze generatie tussen 15 en 25 jaar oud zijn. Zo zijn de screenagers opgegroeid met internet en chaos en generatie Y tijdens de oliecrises en het ijzeren gordijn en protesten tegen de atoombom. Dit brengt wel degelijk een manier van kijken en werken met zich mee.
In 3 gemengde groepen werd uitgewisseld rondom verschillende stellingen en kwamen goede dialogen op gang: “en hoe was dat dan in jullie tijd?” en “hoe ervaren jullie dat dan in organisaties?” waren over en weer te horen. Twee voorbeelden:
Stelling 1: Zonder jongeren blijven organisaties niet bij met technologische ontwikkelingen. Bij de uitwisseling bleek dat we het hier eigenlijk wel mee eens zijn. Jongeren zijn vaardig in het omgaan met nieuwe technologieën en flexibel in toepassingen zoeken. Ze gaan zelf op zoek naar de beste programma’s. Een opmerking: de ouderen moet de nieuwe programma’s aanleren en jongeren laten technologie voor zich werken. Oudere generaties zijn opgegroeid met het idee dat technologie en software duur en schaars is, terwijl het nu overal aanwezig, goedkoop en voor iedereen te gebruiken. Een belangrijke verklaring voor het omarmen van sociale media en samenwerkingstechnologieën is dat het aansluit bij de manier waarop jongeren willen werken.
Ze willen kennis zoeken en delen, netwerken. Dit past bij eigen ideeën over organiseren en communiceren, niet via de hiërarchie maar via snel bewegende netwerken die continue in verandering zijn. Echter, lang niet in alle organisaties lukt het om met jongeren wel innovatie in manieren van werken op gang te krijgen. Dit hangt af van het aantal jongeren (1 stagiaire gaat het verschil niet maken) en ook van de ruimte die jongeren krijgen om invloed uit te oefenen. Het is niet evident dat in een hiërarchische organisatie naar de junior geluisterd gaat worden. Dit is logisch vanuit de gedachte dat je ervaring nodig hebt om mee te kunnen praten.
Stelling 2: Jongeren leren door kopiëren van ouderen. Wat opvalt bij de screenagers is het belang wat gehecht wordt aan iets nieuws willen leren en de drive om jezelf te ontwikkelen. Dit deed natuurlijk wel wat stof opwaaien onder de NVO2-ers die ook deze drive hebben. Is dit echt nieuw? Het ontwikkelen is misschien wel hetzelfde maar de drive is anders. Het gaat bij deze generatie niet om status maar om een vollediger mens te worden, dat staat voorop. Bij de babyboomer kwam het ook vaak voor dat mensen naast werk nog een opleiding volgden maar dan kwam vanuit een drive om hogerop te komen. Jongeren staan hierbij meer open voor het peer learning model dan het meester-gezel model. Echter, beiden moeten hier open voor staan.
Ouderen zeggen snel dat ze ruimte geven, maar houden in de praktijk vaak graag de controle waardoor er geen echte ruimte voor vernieuwende ideeën is, maar het meer een vorm van consultatie wordt…. Dit vanuit de visie dat je pas invloed verdient als je ervaring hebt, zo is het bij de recherche zo dat je eerst 20 blauwe broeken moet verslijten voor je meetelt. Dit was ook een succesvol model, dus het is ook begrijpelijk dat dit een belangrijk gedachtegoed is.